Erik de fluitenmaker

Bamboo

Erik maakt al 50 jaar bamboe fluiten naast zijn fluiten van andere materialen.

op zijn website zegt Erik: Hij besloot zich in Florida te vestigen vanwege de grote bamboe waar fluiten van gemaakt worden, Bambusa Multiplex genaamd, die in Zuid-China groeide en Japan De bamboe  arriveerde per stoomschip van uit  Yokohama naar San Francisco en kwam in het midden van de jaren 1880 per trein naar Florida, waar het zich vestigde in de subtropische tuinen van pionierende tuinders en vervolgens in de vroegste plantenkwekerijen die het bamboe rond Florida verspreidden.

Nr. 051 Guena

De Guena wordt gebruikt in de traditionele muziek in de Andes Het instrument is meestal gemaakt van hout of bamboe. Hij is aan beide zijden open en heeft zes vingergaten en een duimgat. Om geluid voort te brengen sluit de bespeler de bovenste opening af met de huid tussen de onderlip en de kin. Vervolgens blaast hij over de ovaalvormige uitsparing in de rand van de cilinder. De quena is meestal gestemd in G, waarbij de G tevens de toon is die klinkt wanneer alle gaten gesloten zijn. De klank van de quena is herkenbaar aan het geruis en het ademende geluid. De quenacho is een grotere, lager gestemde, versie van de quena en wordt op dezelfde manier gemaakt en bespeeld. Dit instrument is gestemd in De quena wordt gebruikt in de traditionele muziek in de Andes.

De fluit is niet zo eenvoudig te bespelen als de indiaanse fluit

ben nog steeds aan het oefen en zodra ik er een goed geluid uit krijg zal ik een geluidsfragment plaatsen .

Geen indiaanse stijl fluiten 2017 Nr 048 D sax Nr. 049 dwarsfluit Nr 050  Penny Wistle

Deze houten D sax is ook niet eenvoudig te spelen in vergelijking tot de Indiaanse stijl fluit. Ik heb er nog steeds ruzie mee.

Hij is gemaakt van Cocobolo is een tropisch hardhout van Midden-Amerikaanse bomen die tot het geslacht Dalbergia behoren. Alleen het kernhout van cocobolo wordt gebruikt; het is meestal oranje of roodbruin, vaak met donkere onregelmatige sporen die door het hout weven. Het kernhout verandert van kleur nadat het is gesneden en kan worden gepolijst tot een glanzende, glasachtige afwerking; omdat het vrij dicht is, soms met een soortelijk gewicht van meer dan 1,0, zal het in water zinken. Het spinthout (niet vaak gebruikt) is room geel, met een scherpe grens tussen het en het kernhout.